×

Fout

[SIGPLUS_EXCEPTION_SOURCE] Image source is expected to be a full URL or a path relative to the image base folder specified in the back-end but Bloemen is neither a URL nor a relative path to an existing file or folder.

Ferd Moubis was mijn grootvader. Hij begon als wijnhandelaar en zakenman maar eindigde als onderwijzer. 

Ferd Moubis werd op 17 juni 1869 geboren in het Duitse Mettmann. Mettmann ligt ingeklemd tussen de steden Düsseldorf en Wuppertal. Zijn vader is Charles Moubis uit Steijl en zijn moeder is Maria Orth, een weduwe waarmee Charles op 10 juni 1868 in Mettmann trouwt. Na Ferd wordt er nog een zoon geboren; Charles. Op 5 december 1873, als Ferd 4 jaar oud is, sterft zijn moeder Maria Orth en blijft vader Charles met twee kleuters van 3 en 4 jaar achter. Ferd en zijn broertje worden bij de familie in Steijl ondergebracht. 

Na de Lagere School gaat Ferd naar de Kweekschool in Heerlen en op 9 april 1888 haalt hij, na examen gedaan te hebben in Maastricht, de akte van bekwaamheid als onderwijzer. Vanaf 1890 is Ferd als onderwijzer actief maar in het zijn privé leven is hij ook actief. Op 9 mei 1896 woont Ferd in Roermond en wordt in de schutterij aldaar benoemd tot lid van de schuttersraad. Hij heeft dan zelf de rang van schutter.
Van zijn carrière als onderwijzer zijn helaas slechts fragmenten bekend.

Datum

Plaats

Schooljaar 1890-1891

Onderwijzer R.K.Parochieschool in Roermond

Tot 2 mei 1891

onderwijzer aan de Openbare School in Ubach over Worms

Na 2 mei 1891

onderwijzer aan de R.K. Parochieschool in Roermond.

12 juni 1897

Akte van bekwaamheid in de R.K. godsdienstleer

Vanaf 23 februari 1900

Onderwijzer aan de Gemeentelijk School in Heemstede

Na 29 december 1900

Korte onderbreking van de onderwijsactiviteiten wegens werkzaamheden voor de Eerste Nederlandsche Wijn-Import Maatschappij.

11 januari 1901 Onderwijzer te Gemert maar hij bedankt 9 dagen later voor deze functie
1901 Woonachtig in Izegem (B), functie onbekend
Vanaf 1902 Privé leraar (?) in Schaarbeek bij Brussel.
Vanaf 7 augustus 1907 Onderwijzer in Griendtsveen
Tot 18 maart 1914 Onderwijzer in Berchem
Na 18 maart 1914 Onderwijzer aan de Jozefschool in Oss
22 augustus 1916 Akte van bekwaamheid voor het lesgeven in de Hoogduitsche taal
Vanaf maart 1917 Onderwijzer aan de Bijzondere Jongensschool M.U.L.O. Kloosterdreef Eindhoven. (leraar Duits)

 Als Ferd rond 1900 in Heemstede onderwijzer is leert hij Zulmée Meesschaert uit Izegem kennen. Zulmée is dienstmeisje in Amsterdam. Op 7 februari 1901 treden ze in Amsterdam in het huwelijk. Iets meer als een jaar later op 13 april 1902 wordt hun eerste kind geboren in Izegem (B). Een meisje met de naam Antoinette genoemd naar haar overgrootmoeder Antonetta Moubis-Canoij. Na Antoinette komen:

- Gérard,  22 februari 1905 in Schaarbeek

- Jo (mijn vader), 17 december 1907 in Griendtsveen

- Ferrie, 10 november 1911 in Oss

- Tonnie, 14 juni 1914 in Oss.

Zaken doen.

Ferd is afkomstig uit een handelsfamilie. Zijn grootvader Matthias Moubis heeft een handelshuis gehad in het centrum van Steijl bij Tegelen. Door de erfenis is zijn vader niet onbemiddeld en in op 29 december 1900 aanvaardt Ferd de betrekking als depothouder van de Eerste Nederlandsche Wijn-Import Maatschappij. Het depot is gevestigd op de hoek van de Demonstrant en de Govert Flinkstraat in Amsterdam. Ferd investeerde ook maar liefst de somma van ƒ 3.000,- tegen een rente van 4% per jaar. Deze rente moest door Goerres, van Styrem en van Westervelt Sandberg, zijn compagnons in de zaak, per trimester worden aan hem worden uitbetaald. Dit geld was ook een waarborgsom dat Ferd zijn verplichtingen na zou komen. Het eerste halfjaar ontving hij een salaris van ƒ 15,- per week, het tweede halfjaar zou hij ƒ 16,- per week krijgen. Zodra de wekelijkse ontvangsten meer dan ƒ 250,- zouden bedragen zou het salaris worden verhoogd naar ƒ 19,- per week. Van dat salaris moest Ferd echter wel weer ƒ 3,- per week afdragen aan de maatschappij "Centraal"als huur voor de benedenverdieping met uitzondering van de winkel en de kelder die in gebruik beleven bij de maatschappij "Centraal". Als commissie kreeg mocht Ferd 1% over de omzet van het depot innen en 10% van de orders die hij zelf, op persoonlijke titel, wist binnen te halen. De openingstijden waren: dagelijks van 8 uur 's morgens tot 11 uur 's avonds behalve 's zaterdags en 's zondags want dan moest het depot tot 12 uur middernacht geopend blijven. Het wordt een debacle en Ferd stapt al snel voor het einde van het jaar uit de wijnhandel.

Bankieren.

In 1901 heeft Ferd weer "teveel" geld. Hij komt in contact met Gerard Hessels van de Voorschotbank "Pecunia". Deze Hessels haalt hem over om commanditair vennoot van zijn bank te worden. Ferd investeert op 11 mei 1901 weer ƒ 3.000,- echter ditmaal tegen een rente van 3%. Ferd mag zich als commanditair vennoot volgens het contract niet met de gang van zaken binnen de bank bemoeien en zelfs niet in de winst delen. Als de bank de rente van 3% niet betaalde zou de overeenkomst ontbonden zijn en Ferd kon dan zijn geld opeisen. Dat gebeurde al snel alleen…er viel niets meer te halen want Hessels was failliet. Daar kwam nog bovenop dat Hessels niet zuiver op de graat was. Zo fingeerde hij voor een bakker Druijf wiens faillissement dreigde een huurcontract voor diens bakkerij en inboedel. Hessels werd daarvoor op 16 oktober 1901 tot anderhalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Ook de kandidaat-notaris de Ruijter die de huurakte opmaakte ging voor 9 maanden de cel in. Op 26 december 1901 schreef advocaat Mr. H.J.Biederlack uit Amsterdam aan de inmiddels naar Izegem vertrokken Ferd dat het faillissement Hessels een povere boel was en dat noch bij Hessels noch bij de Ruijter te verwachten was dat er ooit nog iets te halen viel.

12 januari 1904, dus ruim 3 jaar later, krijgt Ferd van advocaat Mr. J.A. Foest uit Amsterdam povere drie briefjes van tien gulden, in totaal ƒ 30,-, als genoegdoening voor de investering van ƒ 3.000,-. Daar waren de 6 postzegels van ƒ 0,05 al mee verrekend. Ferd had het recht om na die tijd Hessels nog aan te spreken op diens schulden. Het doek over de bank Pecunia was gevallen.

Eindhoven.

Na deze avonturen op zakelijk gebied besluit Ferd zich op het onderwijs te concentreren en gaat hij aan de Leergangen in Tilburg zijn L.O. akte Duits halen. Als hij deze akte eindelijk heeft in 1916 kan hij les gaan geven aan de Aloysiusschool in Eindhoven een M.U.L.O. school aan de Kloosterdreef (de huidige Ten Hagestraat) in Eindhoven.  Tot circa 1922 gaat alles goed, de kinderen studeren, het gezin settelt in Eindhoven. In september 1919 krijgt Ferd een nieuwbouwhuis toegewezen in het Villapark in Stratum. Ze gaan wonen aan de Sperwerlaan 1 in Stratum dat er 1 januari 1920 opgaat in de gemeente Eindhoven. Dan slaat het noodlot toe. Zulmée breekt bij een val haar heup. Zij wordt in het ziekenhuis in Leiden opgenomen maar krijgt daar tuberculose. Op 19 januari 1923 overlijdt zij op slechts 51-jarige leeftijd. Ferd blijft met 5 kinderen achter waarvan 4 naar huidige maatstaven minderjarig. Deze kinderen krijgen na de dood van hun moeder door het kantongerecht een toeziend voogd toegewezen. Op 28 maart 1923 schrijft Ferd aan zijn tante Josephine Moubis-van Schevichaven in 's-Hertogenbosch een brief met het verzoek of zij en een van haar dochters als toeziend voogd willen optreden voor zijn kinderen. Normaal zou de keuze vallen op iemand uit de familie van vaders kant en iemand uit de familie van moeders kant. De familie van Zulmée woont echter in België en Ferd krijgt van het kantongerecht te horen dat men de voorkeur geeft aan Nederlanders.  Zo worden Josephine en haar dochter Bernardine uit 's-Hertogenbosch door de rechtbank benoemd tot toeziend voogd over de kinderen Moubis uit Eindhoven. De twee jongsten, Ferrie en Tonnie worden naar Rolduc gestuurd om daar op kostschool hun schoolopleiding af te maken. Jo en Gérard gaan naar de H.B.S. het Joriscollege in Eindhoven en Nettie staat dan al als onderwijzeres voor de klas. 

Op 17 december is zoon Jo, mijn vader, jarig. Hij is dan volontair bij de Meijerijsche courant en is vroeg thuis die dag. Zijn vader Ferd zit in een stoel en vraagt hem: Jo, schenk eens een borrel in. Jo staat bij de kast om een borrel in te schenken en als hij zich omdraait ziet hij dat zijn vader door een hersenbloeding getroffen in zijn stoel hangt. Enkele ogenblikken later is Ferd overleden. 

In het Eindhovens Dagblad van 21 december beschrijft een artikel de uitvaart op 20 december in de kerk van het Villapark. Pastoor van Oerle doet de Requiemmis. Hij zal later voor de kinderen nog veel betekenen. Verder zijn aanwezig Deken Jos Maas, rector Sengers, een deputatie van de Kweekschool, een deputatie van de R.K. M.U.L.O. alle onderwijzers en leerlingen van de Catharinaschool. Namens het personeel werd een fraaie krans voorop gedragen en de kist was bedekt met bloemen. Ferd werd slechts 56 jaar oud.

{gallery}Bloemen{/gallery}